Kaart 12 van “Koor van vogels”

Prent van Kitagawa Utamaro (1753?-1806) uit Momochidori: kyōka-awase (百千鳥狂歌合) uit 1791.

Links op deze prent staat een duifachtige. Het is lastig om de soort te bepalen. De afgebeelde vogel lijkt nog het meest op de kawarabato (rotsduif, Columba livia). De rotsduif komt van nature niet in Japan voor, maar is al in de middeleeuwen geïntroduceerd. De rotsduif is de voorouder van alle tamme stads- en postduiven.
Het gedicht bij deze vogel is van Sono no Kochō (園胡蝶).

鳩の杖
つくまで色は
かはらじな
たがひに年の
まめはくふとも
hato no tsue
tsuku made iro wa
kawaraji na
tagai ni toshi no
mame wa kuu tomo
Al strompelen wij
rond als duiven met stokken,
ons liefdesleven
verandert niet en samen
pikken we Nieuwjaarsbonen.

Hato is de generieke naam voor duif. De term hato no tsue ‘duivenwandelstok’ is een uitdrukking voor de oude dag, meer dan tachtig jaar oud. De dichter beweert dat hij en zijn geliefde plezier zullen blijven beleven aan het bedrijven van de liefde.

Rechts op de prent staat de ringmus (Passer montanus), Japans suzume 雀. Dit is de enige vogel waarvan de naam niet genoemd wordt in het opschrift.
Het gedicht bij deze vogel is van Aya no Orinushi (綾織主).

さだめなき
君が心の
むら雀
つゐにうき名の
ぱつとたつらん
sadame naki
kimi ga kokoro no
murasuzume
tsui ni ukina no
patto tatsuran
Als een zwerm mussen
rept zich jouw liefde omhoog –
volstrekt rusteloos.
Dat leidt tot affaires en
hoog stijgende geruchten.

Murasuzume letterlijk ‘dorpsmussen’ heeft de vaste betekenis ‘een zwerm mussen’. In dit gedicht dient het woord als metafoor voor de gevoelens van een man die alle kanten op vliegen. Patto beschrijft zowel het plotselinge opvliegen van een zwerm vogels als het snelle verspreiden van een gerucht.

Terug naar de pagina “Koor van vogels”.
Terug naar de overzichtspagina van de 15 kaarten.
Vertaling van de gedichten © Steven Hagers.