Een ongekende elite

Verschenen 25 november 2016.omsalg-voorzijde

“Een ongekende elite. De opkomst van een gekleurde elite in koloniaal Suriname 1800-1863”
Ellen Neslo
Proefschrift Universiteit Utrecht
ISBN: 978-94-92513-03-8
Prijs: € 30,-
Dit boek is verkrijgbaar bij de uitgever.

Tijdens de slavernijperiode bestond er in Paramaribo een gekleurde elite. Zij waren succesvoller dan tot nu toe werd gedacht. Ambachtslieden zoals timmerlieden en vroedvrouwen, konden goed in hun levensonderhoud voorzien. Meerderen van hen hadden hun ambacht geleerd en uitgeoefend toen zij nog slaaf waren. Zij investeerden hun geld in huizen en plantages en kochten ook hun familieleden vrij.

In haar proefschrift onderzocht Ellen Neslo deze elite. Deze vrije bevolking bestond uit de vrijgemaakte slaven en hun nakomelingen.

Voor haar onderzoek maakte zij gebruik van meerdere archieven. Aan de hand van vele voorbeelden schetst zij hoe deze elite woonde en leefde. Zij beschrijft ook welke maatschappelijke posities zij bekleedden en hoe zij zich verhielden tot het slavernijsysteem en tot slaven. Het bleek dat hun sociaalmaatschappelijke rol al tijdens de slavernij invloedrijk was in tegenstelling tot de andere Caraïbische landen.

Vrije gekleurden hebben ook slaven voor economisch gewin gehad. Het streven naar economische onafhankelijkheid maakte dat zij onderdeel van het slavernijsysteem werden. Gecoördineerde acties om slaven vrij te kopen bleven op een enkel geval na, uit. Alleen vrijgemaakte personen die in Afrika waren geboren hebben gecoördineerd, waarschijnlijk in netwerkverband, slaven vrijgekocht.

Het vrijkopen van een slaaf was een kostbare aangelegenheid, gemiddeld 1.500 gulden (omgerekend 11.000 euro). De vrijlater moest namelijk zowel de eigenaar als de overheid betalen. Toch was het aandeel van vrije gekleurden die slaven vrijkochten groot. Hierdoor werd het slavernijsysteem langzaam van binnenuit uitgehold. Bij de afschaffing van de slavernij (1863) was 65 procent van de gekleurde bevolking in Paramaribo al vrij.

Neslo’s onderzoek laat zien dat de dagelijkse werkelijkheid, gebaseerd op informatie uit archieven, vaak genuanceerder is dan de formele regels en achttiende- en negentiende-eeuwse literatuur. Meer archiefonderzoek moet tot een beter beeld van de slavernij leiden.

Zie ook deze pagina op Werkgroep Caraïbische Letteren en dit artikel in NRC Handelsblad.